​

​TIPS OM GEZOND TE LEVEN:

​

1. Eet regelmatig en sla geen maaltijden over. Hou je aan 3 maaltijden en 2 tot 3 gezonde tussendoortjes per dag.

2. Volg de aanbevelingen van de actieve voedingsdriehoek en varieer voldoende binnen de voedselgroepen.

3. Maak binnen elke voedselgroep de meest gezonde keuze. Geef bijvoorbeeld de voorkeur aan volkoren graanproducten, mager vlees en magere melk en melkproducten.

4. Drink voldoende water vóór en na het sporten. Sportdranken zijn geen must.

5. Een gevarieerde en evenwichtig samengestelde voeding brengt alle noodzakelijke voedingsstoffen aan. Voedingssupplementen zijn dan overbodig.

6. Neem ten laatste 2 tot 3 uur voor je gaat sporten een uitgebreide maaltijd met de juiste energiebronnen en weinig vet. Een bord pasta kan maar is geen must. Rijst en gekookte aardappelen kunnen even goed. Aardappelen brengen trouwens meer vitamine C aan. Andere interessante energiebronnen voor sporters zijn volkoren graanproducten, (gedroogd) fruit, groenten en (gezoete) melkproducten.

7. Tot ongeveer een uur voor je gaat sporten kan je nog een licht tussendoortje zoals een stuk fruit of een potje magere yoghurt eten.

8. Vul je energiereserves na een inspanning aan met bijvoorbeeld een boterham met zoet beleg, een stuk fruit of een mager melkproduct.

9. Normale porties volstaan. Ga je intensiever en langer sporten, voer dan de aanbevolen hoeveelheden van de actieve voedingsdriehoek op, maar blijf de verhoudingen tussen de voedselgroepen respecteren.

10. Hou vol! Verlies de moed niet als je bent beginnen te sporten omdat je wil vermageren en je niet direct resultaat boekt. Voor blijvende resultaten moet gezond bewegen samengaan met gezond eten. Wie volhoudt, wordt beloond: je zit beter in je vel, je bent slanker en vooral fitter en energieker.

​